Leestijd: 6 minuten

In Nederland krijg je als belastingplichtige of ontvanger van toeslagen te maken met voorlopige en definitieve berekeningen en aanslagen van de Belastingdienst. Deze zijn van toepassing op verschillende belastingen, zoals inkomstenbelasting, en op toeslagen zoals zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderopvangtoeslag en kindgebonden budget. Het is belangrijk om te weten hoe deze berekeningen en aanslagen werken, wat het verschil is tussen voorlopige en definitieve versies, hoe je wijzigingen doorgeeft, en wat de gevolgen zijn van te laat of onjuist betalen.

Soorten berekeningen en aanslagen

De Belastingdienst gebruikt de term “berekening” voor toeslagen en de term “aanslag” voor belastingen.

Voorlopige berekening (toeslagen): Dit is een schatting van de toeslagen (zoals zorgtoeslag of huurtoeslag) die je gedurende het jaar ontvangt. De Belastingdienst baseert deze berekening op een inschatting van je inkomen en situatie. Controleer je voorlopige aanslag goed, ook de achterzijde! Als je omstandigheden veranderen, zoals een wijziging in je inkomen of gezinssituatie, is het belangrijk om deze wijzigingen direct door te geven om te voorkomen dat je later te veel ontvangen toeslagen moet terugbetalen.

Voorlopige aanslag/teruggaaf (belastingen): Dit is een schatting van de belasting die je uiteindelijk moet betalen over een bepaald jaar, zoals inkomstenbelasting. De voorlopige aanslag stelt je in staat om de belasting in termijnen te betalen, zodat je niet aan het einde van het jaar een groot bedrag hoeft te betalen. Een voorlopige teruggaaf krijg je, wanneer te verwachten valt, dat je teveel belasting afdraagt via je werkgever. Zo krijg je bijvoorbeeld een voorlopige teruggaaf wanneer je hypotheekrente kunt aftrekken. De “teveel betaalde” belasting wordt dan alvast aan je uitgekeerd. Als je verwacht dat je inkomen significant zal veranderen, is het belangrijk om een nieuwe voorlopige aanslag aan te vragen om te voorkomen dat je aan het einde van het jaar wordt geconfronteerd met een hoge definitieve aanslag.

Definitieve berekening (toeslagen): Aan het einde van het toeslagjaar kijkt de Belastingdienst naar je werkelijke inkomen en situatie. Op basis daarvan wordt de definitieve berekening gemaakt van wat je aan toeslagen had moeten ontvangen. Als blijkt dat je te veel toeslag hebt ontvangen, moet je het verschil terugbetalen. Als je te weinig hebt ontvangen, krijg je het resterende bedrag in een keer uitbetaald.

Definitieve aanslag (belastingen): Dit is de definitieve vaststelling van wat je aan belasting verschuldigd bent, gebaseerd op je ingediende belastingaangifte en de gegevens die bij de Belastingdienst bekend zijn. De definitieve aanslag kan verschillen van de voorlopige aanslag als er onjuiste of verouderde informatie was of als je situatie in de loop van het jaar is veranderd. Als de voorlopige aanslag lager was dan de uiteindelijke belastingplicht, moet je bijbetalen. Was de voorlopige aanslag hoger, dan krijg je geld terug.

Navorderingsaanslag (belastingen): Heb je al een definitieve aanslag ontvangen, maar zijn er nieuwe feiten die een wijziging noodzakelijk maken, dan krijg je een navorderingsaanslag.

Ambtshalve aanslag: Heb je ondanks uitnodiging geen aangifte gedaan, dan kan de Belastingdienst een ambtshalve aanslag opleggen. In zo’n geval schat de Belastingdienst zelf het bedrag dat je aan belasting verschuldigd bent. De inschatting kan vaak (zeer) ongunstig uitvallen, omdat de Belastingdienst geen precieze gegevens van je heeft en meestal uitgaat van het hoogste redelijke bedrag. Een ambtshalve aanslag kan leiden tot een hoge belastingaanslag, waarbij ook een verzuimboete wordt opgelegd. Dit soort aanslagen kan grote financiële gevolgen hebben, dus zorg ervoor dat je altijd tijdig aangifte doet om dit te voorkomen.

Het belang van het tijdig doorgeven van wijzigingen

Het is cruciaal om wijzigingen in je situatie tijdig door te geven:

Bij toeslagen: Als je inkomen hoger is dan je eerder hebt opgegeven, kan het zijn dat je te veel toeslag ontvangt, die je later moet terugbetalen. Door wijzigingen direct door te geven, kan de voorlopige berekening worden aangepast, zodat je niet voor verrassingen komt te staan en geen grote bedragen hoeft terug te betalen.

Bij belastingen: Als jij of de Belastingdienst jouw inkomen te laag inschat en dit niet aanpast, kan de voorlopige aanslag te laag zijn, wat resulteert in een hoge definitieve aanslag die je in één keer moet betalen. Door tijdig je voorlopige aanslag aan te passen, kun je je betalingen beter spreiden over het jaar en financiële verrassingen voorkomen.

Een wijziging geef je doorgaans door via jouw DigiD. Heb je nog geen DigiD, bezoek dan de dichtstbijzijnde openbare bibliotheek en vraag naar hun Digitale spreekuur. Zij helpen jou graag met de aanvraag.

Bij niet tijdig aangeven of betalen

Doe je geen aangifte, terwijl je een uitnodiging hebt ontvangen, dan kan de Belastingdienst een verzuimboete opleggen. De verzuimboete kan oplopen tot maximaal € 385 voor de inkomstenbelasting (in 2024). De verzuimboete is bedoeld om ervoor te zorgen dat belastingplichtigen hun verplichtingen serieus nemen en hun aangiften tijdig en correct indienen. Als je het niet eens bent met een verzuimboete, heb je de mogelijkheid om bezwaar te maken binnen zes weken na de datum van de boetebeschikking.

Als je je belastingaanslag of terugvordering van toeslagen niet op tijd betaalt, kun je te maken krijgen met extra kosten:

Invorderingsrente: Dit wordt in rekening gebracht als je een aanslag niet op tijd betaalt. De rente wordt berekend vanaf de uiterste betaaldatum van de aanslag tot de datum waarop de betaling wordt gedaan.

Belastingrente: Dit is de rente die je moet betalen als blijkt dat je te weinig belasting hebt betaald. Als je je aangifte inkomstenbelasting vóór 1 mei indient, betaal je geen belastingrente, tenzij de Belastingdienst moet afwijken van je aangifte. Als de Belastingdienst je aangifte na 1 mei ontvangt of als ze moeten afwijken van je ingediende aangifte, wordt er rente berekend over het bedrag dat je moet betalen. De belastingrente begint dan te lopen vanaf 1 juli van het jaar na het belastingjaar en eindigt maximaal 19 weken na ontvangst van je aangifte, tenzij de aanslag eerder wordt opgelegd.

Bij een navorderingsaanslag loopt de belastingrente van 1 juli na het aangiftejaar tot 1 maand na de datum op de aanslag.

Rentepercentages voor belastingen en toeslagen

De belastingrente verschilt afhankelijk van de periode en de soort belasting of toeslag. Hier zijn de relevante percentages:

Vanaf 1 januari 2024: 7,5% voor belastingen, 4% voor toeslagen.

1 juli 2023 tot en met 31 december 2023: 6% voor belastingen, 4% voor toeslagen.

1 oktober 2020 tot en met 30 juni 2023: 4% voor zowel belastingen als toeslagen.

1 juni 2020 tot en met 30 september 2020: 0,01% (tijdelijke verlaging voor inkomstenbelasting).

1 april 2014 tot en met 31 mei 2020: 4%.

1 januari 2013 tot en met 31 maart 2014: 3%.

1 oktober 2012 tot en met 31 december 2012: 2,25%.

1 juli 2012 tot en met 30 september 2012: 2,50%.

1 april 2012 tot en met 30 juni 2012: 2,30%.

1 januari 2012 tot en met 31 maart 2012: 2,85%.

Deze percentages zijn van toepassing zowel op de in rekening te brengen (wat jij betaalt) als de te vergoeden (wat jij ontvangt) belastingrente, afhankelijk van de omstandigheden.

Belastingaanslag betalen

De Belastingdienst biedt verschillende manieren om je belastingaanslag te betalen:

In termijnen betalen: Bij een voorlopige aanslag kun je ervoor kiezen om in termijnen te betalen, maar het volledige bedrag moet voor het einde van het jaar zijn betaald. Zorg dat je de deadlines niet mist en neem de bedragen goed over om te voorkomen dat je alsnog extra brieven en aanmaningen krijgt.

In één keer betalen: Je kunt ook het volledige bedrag in één keer voldoen door het over te maken naar het rekeningnummer van de Belastingdienst met het juiste betalingskenmerk.

Aanslagnummers en betalingskenmerken

Het aanslagnummer op een belastingaanslag of toeslagbeschikking bevat verschillende onderdelen die belangrijke informatie geven over de aard en de periode van de aanslag:

De eerste reeks cijfers in het aanslagnummer is je BSN (Burgerservicenummer, de vroegere sofinummer).

Daarna volgt een letter die aangeeft om welk type belasting of toeslag het gaat:

A: Loonbelasting (naheffing)

B: Omzetbelasting

D: Dividendbelasting

F: Omzetbelasting (naheffing)

H: Inkomstenbelasting

J: Teruggave loonheffingen/bijdrage zorgverzekeringswet

L: Loonbelasting

N: Inkomstenbelasting (gemoedsbezwaarden)

M: Motorrijtuigenbelasting

O: Omzetbelasting (teruggaaf)

TBU: Tegemoetkoming buitengewone lasten

T: Toeslagen (specifiek nummer aan het einde bepaalt de soort toeslag; eindigend op 1 = kinderopvangtoeslag, 2 = huurtoeslag, 3 = zorgtoeslag)

V: Vennootschapsbelasting

W: Zorgverzekeringswet (ZVW)

Y: Motorrijtuigenbelasting (naheffing)

Z: Overige belastingen

Het cijfer achter de letter geeft het jaartal weer:

2 staat voor 2022

3 staat voor 2023

4 staat voor 2024

Aan het einde van het aanslagnummer vind je cijfers die de status van de aanslag aangeven:

000 betekent aangifte

001 t/m 005 is de 1ste t/m 5de voorlopige aanslag

006 betekent definitieve aanslag

007 t/m 009 is de 1ste t/m 9de navorderingsaanslag

Maanden en kwartalen
De cijfers in het aanslagnummer van sommige belastingen kunnen ook de maand aanduiden waarvoor de belasting of toeslag geldt (denk aan loonheffing of motorrijtuigbelasting). Voor de goede orde vermelden wij hier de betreffende codes:

010 staat voor januari

020 staat voor februari

030 staat voor maart

040 staat voor april

050 staat voor mei

060 staat voor juni

070 staat voor juli

080 staat voor augustus

090 staat voor september

100 staat voor oktober

110 staat voor november

120 staat voor december

210 staat voor het eerste kwartaal (januari, februari, maart)

240 staat voor het tweede kwartaal (april, mei, juni)

270 staat voor het derde kwartaal (juli, augustus, september)

300 staat voor het vierde kwartaal (oktober, november, december)

500 staat voor het volledige jaar

Door deze codes te begrijpen, kun je precies zien welke belasting of toeslag wordt behandeld, over welke periode deze gaat en wat de status van de aanslag is.

Op basis van je aanslagnummer kan je ook je betalingskenmerk achterhalen. Dat doe je via de Zoekhulp betalingskenmerk van de Belastingdienst.

Hoe definitief is definitief
De Belastingdienst kan onder bepaalde omstandigheden terugkomen op een definitieve aanslag of berekening. Dit kan gebeuren in gevallen waarin er een fout is gemaakt, er nieuwe informatie beschikbaar komt, of als er sprake is van fraude of grove schuld. De wettelijke termijn voor het herzien van een definitieve aanslag is doorgaans vijf jaar na het belastingjaar. Binnen deze periode kan de Belastingdienst een navorderingsaanslag opleggen om de fouten te corrigeren of om belasting die je verschuldigd bent alsnog te innen. Dit betekent dat zelfs nadat een definitieve aanslag is opgelegd, de Belastingdienst je nog steeds kan vragen om extra belasting te betalen als blijkt dat de oorspronkelijke aanslag niet juist was. Hetzelfde geldt voor toeslagen.

Heb je hulp nodig met je aanslagen, aangiften of toeslagen? Ons team staat klaar om je te helpen. Maak vandaag nog een gratis online afspraak en zorg ervoor dat je belastingzaken op orde zijn. Zo voorkom je onnodige zorgen en mogelijke extra kosten.